Famous first words (versie 2)

Je vraagt je natuurlijk af waarom deze post versie 2 heet. Het kan overigens ook dat je je dat helemaal niet afvraagt en dan moet je zo maar even hardgrondig zuchten of met je ogen rollen of stampvoeten (of wat je dan ook in zo’n geval doet), want ik ga het toch even aanstippen.

Allereerst:Versie 1 van deze post was beter, gegarandeerd.
Beter. Vloeiender. Lichter. Grappiger. En helemaal precies zoals ik het had bedoeld.
Maar versie 1 is dus verdwenen.
(Over het algemeen ben ik beter in het schrijven van blogs dan in de technologie er achter).

Dit is niet het eerste blog dat ik schrijf. Een aantal jaren geleden had ik een andere redelijk succesvolle blog over trauma & herstel (die in tegenstelling tot de eerste versie van deze post, nog steeds ergens op het internet te vinden is). Ik schreef deze blog om middels een combinatie van mijn eigen ervaringen, collectieve ervaringskennis, professionele kennis en wetenschappelijke theorie, als een soort van brug te fungeren tussen volwassenen met ingrijpende ervaringen (hoofdzakelijk kindermishandeling, huiselijk & seksueel geweld) in de jeugd en de professionals die met hen werken.

Een groot deel van de eerste periode dat ik aan deze blog schreef was ik zelf in therapie voor de trauma’s die ik als kind opgelopen heb. Soms schreef ik ook over de opbrengst van een specifieke sessie. Andere keren schreef ik bv over typerende dingen waar iemand met dergelijke ervaringen tegenaan kan lopen, zoals het hebben van en omgaan met nachtmerries en herbelevingen, het aangeven van gezonde grenzen, bewust ja zeggen tegen jezelf, revictimisering, emotieregulatie, etc.

Sinds het ontstaan van mijn blog zijn er diverse blogs met een (deels) vergelijkbare strekking verschenen en ik heb niet het gevoel dat ik op dit moment nog met een zelfde focus hoef te schrijven. Voor wie dat nodig heeft is er genoeg.

Wat ik wel sterk voel is dat ik wil schrijven.
En dat ik dat hier wil. Op deze pagina. Met een specifieke focus die anders is als toen:

Deze pagina is in de eerste plaats voor mensen die niet langer in de acute fase van hun trauma(behandeling) zitten; Mensen die al een geruime tijd behandeling hebben, of die ooit behandeling hebben gehad en nu in nieuwe fase van hun leven opnieuw en op een andere manier met hun traumatische ervaringen geconfronteerd worden (bv door een nieuwe relatie, het krijgen van kinderen of andere wezenlijke levensveranderingen) en daar weer voor in behandeling gaan of willen gaan. Of dat niet willen of nodig vinden,maar zich wel herkennen in het opnieuw en op een andere manier in aanraking komen met oude pijn (waar je je dan toch op de een of andere manier toe moet zien te verhouden).

Na zelf jarenlang getherapied te hebben voor het seksueel misbruik en de kindermishandeling in mijn jeugd, leek het er een hele tijd op dat ‘het klaar was’. Ik voelde me grote delen van de tijd op een stabiele manier erg gelukkig. De nare ervaringen waren goed geintegreerd in mijn levensverhaal. Met momenten vond ik het verdrietig (soms een beetje en op andere momenten even heel erg) voor mezelf, was er iets van rouw om alles wat dat kleine meisje is aangedaan en wat zij heeft moeten missen. Pijnlijk, maar wel heel kloppend en ook te dragen.

Een paar jaar geleden echter, maakte ik opnieuw een aantal heel ingrijpende dingen mee die ervoor zorgden dat de oude trauma’s als het ware weer een beetje oplichtten. Niet zo erg als voor mijn traumatherapietraject (dat stom en intensief en erg zwaar werk was, maar ook leuk allitereert), want ik was natuurlijk niet opeens al het geleerde vergeten en ik had sindsdien ook veel ervaring opgedaan met overspoelende dingen -ook al voelt het niet zo, toch- aan kunnen, maar het zorgde er wel voor dat het (ondanks het in de basis nog steeds erg gelukkig zijn) met momenten opnieuw erg zwaar was. Er waren weer nachtmerries en herbelevingen (niet zoveel als toen, maar toch), er was weer een verhoogde gevoeligheid voor triggers (niet zo erg als eerst, maar toch) en ik vond het met momenten vrijwel onmogelijk om me te ontspannen (iets wat mij eerder helemaal niet lukte, maar toch).

Ik overwoog om weer in traumabehandeling te gaan, maar dit was een ingewikkeld dilemma voor mij, omdat ik me erg bewust was van de grote wachtlijsten en de hoge nood van de mensen die er op staan. Moest ik, terwijl ik me grote delen van de tijd prima red en in de basis erg stabiel ben, die toch al beperkte ruimte wel innemen?
Ik wisselende regelmatig van mening over wat het beste zou zijn om te doen. Na een lange tijd afwegen en een keuze maken en daar toch weer op terugkomen heb ik uiteindelijk de knoop doorgehakt om in ieder geval een samen met een professional naar dit vraagstuk te kijken en dus stapte ik in (het nog veel langere proces van) verwijsbrief-wachttijd-telefonische intake-wachttijd-intakegesprekken-wachttijd-startgesprek-miniatuurwachttijd-behandelplan opstellen- waarna ik uiteindelijk toch opnieuw bij een eerste sessie van een traumatherapietraject belandde.

Op het moment van schrijven heb ik mijn 4e -en zwaarste tot nu toe (mijn hoofd voelt alsof het is ontploft) EMDR-sessie net een dag achter de rug. Het voelt als een goed moment om deze blog te beginnen; Hier en nu.

Zoals ik hierboven al schreef wil ik dat deze blog een plek kan zijn voor onder andere mensen die op een vergelijkbaar punt staan als waar ik nu ben: Met hun leven in de basis erg goed onder controle, maar af en toe nog verrast door de oude pijn.
Dit is dus niet gek. Een bekende psychologe zei laatst nog dat mensen die in hun vroege jeugd trauma’s hebben opgelopen daar later tijdens de verschillende fases van hun leven op steeds weer een andere manier mee geconfronteerd zullen worden en daar mogelijk ook ondersteuning bij nodig zullen hebben. Laten we het er dus maar gewoon laten zijn.

Iets anders wat ik met deze pagina onder het voetlicht wil brengen is hoogbegaafdheid en trauma, omdat ik zelf hoogbegaafd ben en omdat er bijna niks te vinden is op internet over trauma en hoogbegaafdheid waarbij het trauma niet voortkomt uit (een verkeerde reactie van de omgeving op) die hoogbegaafdheid.

Wat getallen:
Ongeveer 2,5 % van de bevolking is hoogbegaafd.
Ongeveer 15% van de bevolking heeft een of meerdere trauma’s.
Ongeveer 3% (mogelijk meer) van de kinderen wordt jaarlijks het slachtoffer van een vorm van kindermishandeling.

Natuurlijk correleren deze cijfers soms ook. We zijn dus (nog) niet zo zichtbaar, maar we zijn er wel.


En het vraagt echt soms een andere aanvliegroute of andere tools, want hoogbegaafde mensen zijn (bijvoorbeeld net als iemand met een autistische spectrum stoornis of ADHD) fundamenteel anders bedraad als neurotypische mensen. Wij verwerken informatie anders en ook het verwerken van traumatische ervaringen en het optimaal kunnen profiteren van traumatherapie verloopt vaak op een niet-neurotypische manier. Er zijn dus ook andere dingen nodig.

Gisteren kwam ik bij mijn psychologe nog terug op het oude vraagstuk: “Heb ik wel het recht om hier te zijn, als de wachtlijsten zo lang zijn en de nood van anderen zo hoog?
Hou ik niet onnodig een plaats bezet wanneer ik het feitelijk ook zou kunnen overleven zonder deze therapie?”

Ze vertelde mij toen dat ik er mag zijn. Daar, in de behandelsetting. En uberhaupt, als persoon. Ze zei dat het duidelijk was dat ik kan profiteren van de behandeling, dat het mijn levenskwaliteit vergroot en dat dat net zo belangrijk is als het maatschappelijke onrecht dat ik nu eenmaal toevallig zo scherp weet waar te nemen, maar, net als ook zij zelf, niet op een wezenlijke manier op kan lossen.

“Jij mag hier thuis zijn, echt”

En dat is wat ik ook wil voor iedereen die over dit blog struikelt; dat je je hier, in dit kleine hoekje van het internet, thuis mag weten.